Dubbele lange lijnen

Werken aan de dubbele lange lijnen is erg leuk om te doen. Je ontwikkelt een betere timing voor je hulpen, je kunt je paard er rechter mee krijgen, beter na laten geven en je krijgt er zelf ook een erg goede conditie van... ;-)

 

Het werken aan de lange lijnen kun je gebruiken als opstap naar het rijden bij een jong paard. Zo leert hij alvast de teugelhulpen, het nageven en kan hij wennen aan het gegeven dat hij opdrachten krijgt van iemand die hij niet kan zien.  Een paard kan immers niet recht achter zich kijken en kan jou ook niet zien als je op zijn rug zit. 

 

Moet dat met bit? Nee, niet persé. Sowieso gebruik je geen bit tijdens de gewenningsfase. De kans dat je paard toch een keer spanning heeft en een keer aan de lijnen trekt is niet zo groot, maar kan wel eens gebeuren. Dan wil je niet dat je hem in zijn mond zit. In die fase gebruik ik gewoon het freestyle trainingshalster.

 

Als dat allemaal goed gaat stap ik over op een hoofdstel met bit. Als mensen liever bitloos willen werken, kan dat natuurlijk ook. In de africhting van je paard is het wel verstandig om een keuze te maken en daar in ieder geval voorlopig bij te blijven. Niet steeds wisselen van bitloos naar bit en weer terug. Dat is erg verwarrend voor een jong paard.

 

Je werkt vanuit twee posities. De eerste positie die heel belangrijk is tijdens de gewenningsfase is de centrumpositie. In deze positie loopt het paard om je heen. Daarna komt de menpositie in beeld, waarbij je achter je paard loopt. Deze posities kun je in de training steeds afwisselen.

 

Het werken aan de dubbele lange lijnen gaat eigenlijk het beste als je eerst een traject loswerken en daarna wat grondwerk hebt gedaan. Dan zijn de afspraken tussen jou en je paard helder en dat is het meest makkelijk bij het werk aan de lange lijnen.

 

Werken aan de lange lijnen kun je gebruiken als opstap naar: 

  • het rijden
  • het longeren aan een dubbele longe
  • het mennen
  • het werken aan de lange teugel
  • het werken aan de hand

Dit werk is ook leuk om als afwisseling van het rijden te gebruiken, of om een bepaald probleem aan te pakken, bijvoorbeeld scheefheid of aanleuningsproblemen. 

 

Als je paard braaf is en het werk goed snapt, kun je natuurlijk ook buiten het hek op pad aan de lange lijnen. Je conditie vaart er wel bij....!